Met Wouter Vermeersch & Immanuel De Reuse
Stelling 1: Het aan de slag krijgen van langdurig werklozen en niet-beroepsactieven is een van de grote uitdagingen op de arbeidsmarkt en moet structureel aangepakt worden.
Vermeersch: Het is noodzakelijk dat werken opnieuw moet lonen. Enerzijds moet het verschil tussen werken en niet werken opnieuw groter worden. Eén van die zaken die voor ons belangrijk is, is dat de uitkeringen niet sneller mogen stijgen dan de lonen. We zien vandaag mensen waarvoor het soms interessanter is om niet te werken. Anders verliezen ze een aantal voordelen zoals het sociaal energietarief of de goedkopere kinderopvang. Die mensen stellen vast dat, als zij gaan werken, ze netto verliezen ten opzichte van werkloos te zijn. We moeten zorgen dat het evenwicht hersteld wordt. Eén van de zaken die hieraan verbonden is, is natuurlijk het beperken van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Maar met een belangrijke sociale correctie. In Vlaanderen is er daar echt wel een meerderheid voor
Daarnaast moeten we levenslang leren aanmoedigen. Er is nog een belangrijke arbeidspool aanwezig die we in eerste plaats moeten activeren en daarvoor moeten we natuurlijk mensen kunnen omscholen.
Ten slotte nog het evenwicht tussen gezin en werk. Bijvoorbeeld de toegang tot de kinderopvang. Daar moet een voorrangsbeleid zijn voor mensen die werken
De Reuse: Het is natuurlijk in de eerste instantie de VDAB die ervoor moet zorgen dat de mensen naar werk geleid worden. Daar zien we toch wel dat er heel wat gebreken zijn in de werking van de VDAB. Ze doen heel wat, ze hebben alles naar zich toegetrokken, maar niet alles wordt daar even goed gedaan. Vroeger had je je eigen begeleider, die periodiek contact opnam. Als je nu naar een VDAB-kantoor gaat, staat daar een hoop computers. Als je geluk hebt, heb je dan nog één of twee mensen die achter een balie zitten.
Ook moet het onderwijs afgestemd zijn op de vragen van de arbeidsmarkt. En zeker ook een herwaardering gebeuren van het technisch onderwijs. Heel wat technische profielen worden niet meer ingevuld. Iedereen wil nu dat hun kinderen naar de universiteit gaan. Er is zeker een toekomst voor technisch opgeleiden.
Voor de langdurige werklozen moet er inderdaad gekeken worden hoe ze weer op deeltijdse manier in tewerkstelling kunnen. Er zijn daar heel wat systemen rond. Ik denk dat we dat daar toch een keer goed moeten stroomlijnen en zorgen dat we werken via stappen, dat de mensen weten waar ze naartoe kunnen. Ook al is het deeltijdse tewerkstelling, het helpt het tekort op te lossen.
Vermeersch: Wat ik graag nog wil toevoegen is dat we zien dat in West-Vlaanderen de werkloosheid heel laag is, behalve bij mensen met een allochtone origine. Er zijn heel wat mensen die hier al jaren wonen en geen woord Nederlands kunnen. Dat is natuurlijk de toegangspoort tot de arbeidsmarkt. Als we de mensen die hier zijn willen activeren, moeten ze natuurlijk over de taalkennis beschikken. En daar zetten we eigenlijk te weinig op in. Ik zie mensen die hier al 10 jaar wonen en geen woord Nederlands kunnen. Dat is dramatisch natuurlijk. Hoe kunnen die ooit op een deftige manier te werk gesteld worden?
De Reuse: Het is inderdaad een vaststelling, ook van professor Baert, dat er echt wel een lage tewerkstelling is bij de allochtonen en dan ook zeker en specifiek bij de vrouwen. Ze hebben nog een heel ander maatschappijbeeld en daar is er ook nog wel heel wat potentieel.
Stelling 2: Een manier om de krapte op te lossen is d.m.v. arbeidsmobiliteit vanuit andere provincies, gewesten of EU landen en ten slotte van buiten de EU.
Vermeersch: Arbeidsmigratie is slechts selectief toegestaan. Het kan enkel voor hoogopgeleide profielen, bij voorkeur uit westerse landen. We vragen hierbij ook de afschaffing van de quasi automatische toekenning van arbeidsvergunningen aan niet-Europese vreemdelingen voor knelpuntberoepen en willen de nadruk op het tijdelijke karakter van arbeidsmigratie
Er zijn andere en betere oplossingen om de personeelstekorten op de Vlaamse arbeidsmarkt aan te pakken. Ten eerste, moeten de lasten op arbeid drastisch worden verlaagd zodat werken meer loont. Ten tweede moet de organisatie van het werk beter worden afgestemd op de behoeften van jonge gezinnen en ouderen. Maar niet alleen hoeveel mensen er werken is belangrijk, vooral ‘hoe’ we werken. Onze productiviteit moet een nieuwe sprong maken.
Daarom pleit Vlaams Belang voor meer investeringen in nieuwe infrastructuur (5% bbp door een verschuiving in de uitgaven), zodat werkende mensen geen kostbare uren verliezen in files of op het perron of door een povere toegang tot het internet, een betere afstemming van het onderwijs op de behoeften van de samenleving, permanente professionele ontwikkeling en wil het dankbaar en zonder angst gebruik maken van nieuwe technologieën zoals artificiële intelligentie. Als dat niet volstaat, kunnen de migranten die hier al zijn of werklozen uit de Europese Unie worden ingezet. Ook tijdelijke hooggekwalificeerde migratie uit westerse landen kan dan overwogen worden.
Stelling 3: Het Vlaams Reservepakket moet aangewend worden om extra ruimte te creëren voor ondernemingen.
De Reuse: Ik denk dat we eerst moeten uitgaan van de stelling dat er een mooi evenwicht moet zijn in West-Vlaanderen. En we hebben ook nog de landbouw, laat ons dat alsjeblieft niet vergeten. Die staat momenteel ook heel zwaar onder druk. Denk maar aan al de gronden die worden opgekocht door het agentschap Natuur en Bos om te herbebossen. Ook alle gemeentes hebben hun doelstelling om te bebossen. De landbouw verdwijnt en nu kijkt men om 300 bijkomen hectares landbouwgrond te gebruiken als industriegrond. We moeten er vooral voor zorgen dat we daar een goed evenwicht vinden en dat we daar ook een goed gesprek met de landbouw aangaan.
Voor we het reservepakket aansnijden moet je natuurlijk even kijken wat er nog allemaal beschikbaar is dat je optimaal kan benutten. Er zijn nog hele stukken waar er leegstand is. Dat we deze herbekijken. Dat we sanering doen van vervuilde gronden. Dat we daar ook die stukken grond terug aanwenden. Maar inderdaad, als er nood is, is er nood. Zeker die 130 hectare die acuut is, daar moeten we inderdaad wel een tandje bij steken zodat de ondernemers verder kunnen.
Vermeersch: We stellen vooral vast, ondanks veel ambities van de Vlaamse regering, dat er weinig of niks gerealiseerd is. Eigenlijk zijn er in deze legislatuur weinig bedrijvenzones bijgekomen. Maar nogmaals, voor ons is het wel belangrijk, dat er een evenwicht wordt gevonden en dat we eerst kijken naar die sites die beschikbaar zijn.
Stelling 4: Vergunningen moeten sneller verleend kunnen worden, bijvoorbeeld door beroepsprocedures te beperken tot actoren die in het openbaar onderzoek hun bezwaar publiek maakten om zo de rechtszekerheid te verhogen.
De Reuse: De attentieplicht zoals dat ze mooi noemen, heeft het grondwettelijk hof ondertussen al geschrapt. Het Hof zegt aan de enerzijds dat het ongrondwettelijk is maar ze merken bovendien ook op dat de doorlooptijden zijn teruggebracht tot gemiddeld twaalf maanden. En dat dit er eigenlijk voor zorgt dat alle partijen evenredig gehoord worden. Korter kan niet, tenzij de Vlaamse regering nog extra man-of-vrouw-kracht voorziet. Een gemiddelde van twaalf maanden vindt het Grondwettelijk Hof een realistische en aanvaarbare doorlooptijd. Ik denk dat we daar dan toch zeker moeten mee akkoord gaan. Er moet nog altijd tegenspraak zijn. Het kan moeilijk zijn dat plots, omdat er vergunningen moeten afgeleverd worden, de betrokkenen niet gehoord zouden worden. Ik denk dat we toch nog altijd in de rechtsstaat leven dat we daar ook rekening moeten mee houden.
Stelling 5: Bedrijvigheid moet waar mogelijk verweven worden in kernen. Het invoeren van regelluwe zones, waar verwevingsexperimenten mogelijk zijn, is hier een eerste vereiste.
De Reuse: Ik zal niet tegen een experiment zijn die uitgebalanceerd is en waar een opportuniteit zich voordoet, maar natuurlijk die regelluwte zorgt er natuurlijk ook weer voor dat de inspraak van de buurt wordt teruggedrongen. En ik denk dat we nog altijd moeten rekening houden met woord en wederwoord. Er zijn belangen van verschillende partijen en ik denk dat we dat zeker niet uit het oog mogen verliezen. Niet enkel uit democratisch oogpunt, maar ook later dat er nog een gedragenheid is naar de activiteit die er komt. Ik denk dat dat even belangrijk is voor de ondernemer, dat zijn onderneming aanvaard wordt en dat ze niet gecontesteerd wordt in de omgeving waar je tenslotte misschien met tijd ook nog wel meer activiteit wil ontplooien.
Stelling 6: Bedrijven zijn volop bezig met de overschakeling op emissievrije (bedrijfs)wagens. (West)Vlaanderen is voldoende voorbereid om deze nieuwe voertuigen op te vangen met gepaste laadinfrastructuur.
Vermeersch: Ik vrees ervoor. Eerst en vooral, die groene agenda gaat veel te veel voorbij aan de negatieve logistieke, financiële en sociale gevolgen. Heel concreet, wat heeft de regering beslist deze legislatuur? De vergroening van de bedrijfswagen. Er zijn 700.000 bedrijfswagens in dit land. Er zijn nog ongeveer 300.000 wagens die elektrisch zijn. Dus dat betekent dat we eigenlijk tegen 2026 een miljoen elektrische wagens zullen hebben rondrijden. En we weten ook dat per 10 elektrische wagens je 1 publieke laadpaal nodig hebt. 100.000 elektrische laadpalen. En daar zijn we helemaal niet. Er zijn wel fiscale incentives. Maar het is niet omdat je kunt opladen op je eigen bedrijfsterrein dat je medewerkers ‘s nachts kunt opladen bij hen thuis. Dat is één.
Tweede, ons stroomnet kan het op vandaag niet aan. Als we dat allemaal moeten gaan voorzien van energie, dan hebben we zeker een nieuwe kerncentrale nodig. Laat ons duidelijk zijn. Zeker met deze regering. Die zal er niet zijn tegen 2026. Om heel dit verhaal tot een wat hoger niveau te gaan tillen, we zien eigenlijk dat zowel Vlaanderen, Europa, maar ook België zichzelf doelstellingen oplegt. Die lat telkens hoger legt. Maar we halen de doelstellingen van het verleden zelf niet. Wij zijn dan als Vlaams Belang heel duidelijk, laat ons er eerst voor zorgen dat we de lat die we vroeger gelegd hebben halen. We moeten natuurlijk ook rekening houden met de socio-economische economische gevolgen Heel wat burgers, maar ook heel wat kleine ondernemers kunnen zich die evolutie soms niet permitteren. En daar moet vanuit het beleid ook oog voor zijn.
Zelfs al zouden wij als Europa de groenste leerling van de wereld zijn, onze uitstoot is slechts 8% van de wereldwijde uitstoot, dus zelfs al zit die 8% volledig op orde, dan nog gaan wij het klimaatprobleem als Europa aan zich niet oplossen.
De Reuse: De transportsector die vraagt ook al financiële steun om alles gerealiseerd te krijgen. Die vrachtwagens zijn tot zes keer zo duur. Dus dat wordt doorgerekend natuurlijk in de transportkosten. Elk ondernemer moet zorgen dat de balans gezond blijft.
Vermeersch: Het is belangrijk dat er draagvlak is. Politici lopen voorop, ze lopen steeds harder, maar ze kijken niet achter zich. Moesten ze één keer achter zich kijken, zouden ze zien dat ze de bevolking niet mee hebben. Er is eigenlijk niemand die hen volgt in al die ambities. Als je die transitie wil maken moet je zorgen dat je iedereen mee hebt.
De Reuse: De betaalbaarheid is een terechte opmerking. Daar hoor je veel mensen met de angst om het hart. Veel gezinnen hebben twee wagens nodig, niet iedereen werkt om de hoek. En het openbaar vervoer zal dat zeker niet opvangen.
Stelling 7: De logistieke stromen moeten vergroenen. Vrachtwagens bijvoorbeeld zullen andere elektrische noden kennen en vragen dus andere oplossingen. Vracht- en bestelwagens op waterstof zijn hier de oplossing.
Vermeersch: Met het Vlaams Belang hebben we in het federaal parlement een heel belangrijke resolutie gelanceerd. Wij vinden dat daar absoluut moet op ingezet worden. Dat is één van de oplossingen naast kernenergie, naast hernieuwbare energie, wat waterstof uiteindelijk ook is. Net zoals we een hevige voorstander zijn van kernenergie, zijn we ook een heel hevige voorstander van waterenergie. Maar er zijn ook een aantal kanttekeningen die kunnen gemaakt worden.
De Reuse: Sowieso, voor waterstof is er natuurlijk heel veel energie nodig. Er moet een kerncentrale komen voor de opwekking. Frankrijk bouwt er al één. Er is ook nog een andere piste, die wordt door Duitsland bewandeld. Dat is de synthetische brandstof. Daarom dat ze daar nu echt op de rem gaan staan, wat de elektrificatie betreft. Omdat zij wel nog geloven in die verbrandingsmotors. Synthetische brandstof is CO2-neutraal. Ik denk dat we moeten inzetten op die mix. Een en-en verhaal.
Vermeersch: En dus de verbrandingsmotor, of we dat nu leuk vinden of niet, dat is een deel van onze toekomst. En die synthetische brandstoffen kunnen daar wel een deel aan tegemoet komen, maar we kunnen die niet uitschakelen zonder onze economie plat te leggen. Er zijn een aantal mensen die daar ondertussen voor pleiten, om aan degrowth te doen. We kunnen moeilijk de ondernemers opnieuw met paard en kar op pad sturen.
Een vrachtwagen kan gewoon niet zonder verbrandingsmotor, eventueel wel op waterstof, maar de technologie staat nog niet op punt. Dus we moeten daarin realistisch zijn, en daar is het Vlaams Belang het gezond verstand.
Stelling 8: Onze binnenvaartinfrastructuur heeft nood aan investeringen zoals de opwaardering van het Kanaal Roeselare-Leie en het omvormen van het Kanaal Bossuit-Kortrijk tot een volwaardige bypass tussen Leie en Schelde.
Vermeersch: Wij zijn daar absoluut voorstander van. Bijvoorbeeld het kanaal Kortrijk Bossuit die een belangrijke economische functie heeft. Dit dossier is verweven aan de R8. Wij geloven dat beide projecten moeten worden gerealiseerd. Ook daar is het voor ons een en-en verhaal. Het haalt heel wat vrachtwagens van de weg en zorgt voor economische ontwikkeling. We zijn voorstander om de verbreding van het kanaal Kortrijk-Bossuit mogelijk te maken en de R8 te heraanleggen. Zodat Kortrijk eindelijk beter ontsloten wordt.
De Reuse: Sowieso zijn waterwegen heel belangrijke transportmogelijkheden. Zoveel vrachtwagens die van de weg kunnen gehaald worden. Er is eindelijk een exploitant gevonden voor de river terminal. Laten we hopen dat dit inderdaad ook een boost zal geven aan het vervoer over het water. Het is nu wel belangrijk dat de sluis in Ooigem wordt vernieuwd.
Vervang die sluis, er zijn al heel wat voorbereidende werken gedaan om dat kanaal optimaal te kunnen benutten. We moeten dat sluitstuk ook doen, zorgen dat die goed gebaggerd wordt en dan kunnen wij hem perfect aansluiten op het Seine Leie bekken. Ik denk dat dat heel belangrijk is. Zowel uit milieuoogpunt als uit economisch oogpunt. We moeten dat benutten. Daarom is het kanaal destijds gegraven geweest.
Stelling 9: Een kernuitstap tegen 2025 (al dan niet met verlenging) is realistisch en kan opgevangen worden met meer hernieuwbare energie.
Vermeersch: Wij delen de bezorgdheid van de ondernemers. Twee zaken stellen we vast. Enerzijds het risico dat het licht hier ooit uitgaat. Er is al een aantal winters sprake dat we naar een blackout gaan. En zeker in 2025, 2026 zou dat een realistisch scenario kunnen zijn. En ten tweede de facturen die natuurlijk stijgen, veel meer dan in onze buurlanden.
De oorzaak is heel duidelijk, er is jarenlang niet geïnvesteerd geweest. Meer dan twintig jaar sinds de kernuitstap gestemd werd in het parlement is daar eigenlijk niks meer geïnvesteerd waardoor we nu met die tweeledige problematiek zitten. Wij zeggen heel duidelijk, voer die kernuitstap af en zet u op lijn met andere Europese landen. Frankrijk heeft ondertussen beslist om de nucleaire capaciteit opnieuw te gaan uitbreiden. Duitsland heeft ondertussen een meerderheid, zelfs met groenen, die gekant zijn tegen de sluiting van de kerncentrales. Nederland plant twee nieuwe kerncentrales te bouwen en Groot-Brittannië zal nog meer inzetten op nucleaire energie. Wat maakt dat wij een beetje de uitzondering worden in Europa.
Met het Vlaams Belang willen wij inzetten op die kleine, modulaire kerncentrales, de zogenaamde SMR’s, om onze energie te voorzien. Die kunnen kleinschalig, veilig en met weinig afval werken en produceren geen CO2.
De Reuse: Het is duidelijk dat de kernuitstap beleid op korte termijn geweest is. Op lange termijn is er eigenlijk veel te weinig gebeurd om niet te zeggen niets gebeurd. En daar dragen we nu natuurlijk de gevolgen van. Laat dat dus duidelijk zijn. Wat wij zelf zullen opwekken aan groene hernieuwbare energie zal nooit onze eigen behoeftes dekken. Zo zullen we sowieso weer afhankelijk zijn van energie die we aankopen. Degene die de energie in handen heeft, is de baas. Het is heel belangrijk om zelf te voorzien in energie om de afhankelijkheid zo klein mogelijk kunnen houden.
Vermeersch: Niet alleen afhankelijkheid van het buitenland, maar ook de afhankelijkheid van gascentrales. Wat is de oplossing van de groenen? Gascentrales bouwen die één vele miljoenen, honderden miljoenen euro’s aan subsidies gaan kosten en twee, die natuurlijk vele tonnen CO2 gaan uitstoten. Wij hebben hier een beleid die werkelijk op de kop staat. De groene partijen pleiten voor meer CO2-uitstoot en dat de rechtse partijen pleiten voor de meest CO2-neutrale oplossing, wat kernenergie nog altijd is. Dus wij vragen echt om het gezond verstand te laten terugkeren.
Stelling 10: Bedrijven moeten vlotter windmolens kunnen plaatsen door o.a. het decreet bestemmingsneutraliteit waardoor enkel de ruimtelijk kwetsbare gebieden, uitgesloten worden voor alle vormen van hernieuwbare energie. Zo kunnen ook kleinere investeringen, bijvoorbeeld op bedrijventerreinen of voor Kmo’s, sneller vergund worden.
Vermeersch: Wij zijn natuurlijk dé windprovincie bij uitstek en West-Vlaanderen moeten die rol vol spelen. Voor ons moet het wel binnen een aantal heel duidelijke krijtlijnen. Dus wij zijn voorstander van én windenergie én kernenergie. Wind is daarin belangrijk maar wat bijvoorbeeld de plaatsing van windmolens aan de kust betreft, vinden wij dat die ver genoeg uit het zicht moeten. Zo komen we ook nog bij een ander dossier, Ventilus. Er moet natuurlijk ook geïnvesteerd worden om al die energie aan het land te krijgen. Wij zijn nog altijd voorstander van Ventilus ondergronds. Wij vinden dat daarvoor het geld op tafel moet gelegd worden.
Voor windmolens op land zijn we minder te vinden. Voor ons kunnen ze wel binnen afgebakende planlocaties. Voor ondernemers is het duidelijk waar zij windmolens kunnen creëren. Voor buurtbewoners is het duidelijke dat ze enkel op die locaties komen. En de zichtvervuiling, daar zijn wij als nationalistische partij uiteraard gevoelig voor. Wij willen ons landschap bewaren, dat is een belangrijke taak.
Om dit alles naar de West-Vlaamse politiek te trekken. Wij moeten als West-Vlaamse politici veel meer haar op ons tanden hebben over dat dossier. Wij gaan ervoor zorgen dat het ganse binnenland in belangrijke mate voorzien wordt van windenergie. En er moet wat ons betreft boter bij de vis komen. Het kan niet zijn dat we hier West-Vlaanderen gaan volzetten met van die lelijke hoogspanningskabels. Er moet effectief geld op tafel gelegd worden om dat te gaan realiseren. Dus er moet ook een top-infrastructuur komen in West-Vlaanderen, zodanig dat wij daar op een goede manier die energie aan land krijgen.
Stelling 11: Er moet op zijn minst gepraat worden over een aanpassing van de automatische loonindexering.
Vermeersch: Er is geen enkele partij, niet in Vlaanderen, niet in Wallonië, die ik heb horen pleiten voor de afschaffing van de loonindex. Er is vandaag geen enkel draagvlak, zelfs niet bij de liberale partijen, Mochten ze het tegengestelde beweren, dan hoor ik dat niet in het parlement.
Het is wel zo dat de loonkost in dit land uiteraard veel te hoog is. Dat komt door de logge Belgische staat en door het feit dat de staat veel te veel geld uitgeeft. We komen in de essentie tot de fiscale hervorming. Die komt er maar niet. Terwijl alle Vlaamse partijen het eens zijn dat werken meer moet lonen, dat de lasten op arbeid naar beneden moeten. Niet alleen voor de werknemer, maar ook voor de werkgever. Toch wordt dit niet gerealiseerd omdat we opnieuw met dat federale niveau zitten waar we mee met de Waalse partijen aan tafel moeten.
In essentie is het een probleem van het federale niveau, de Belgische politiek, waar socio-economische hervorming, fiscale hervorming, maar ook pensioenhervorming, arbeidshervorming, arbeidsmarkthervorming, gewoon niet realiseerbaar zijn.
Heel concreet, wat willen wij? Een vereenvoudiging van de fiscaliteit, zowel voor de werkgever als de werknemer. Een voorbeeld voor de werknemer is het verlagen van de belastingvrije som tot het niveau van het leefloon, het schrappen van de bijzondere bijdrage sociale zekerheid, en minder en lagere aanslagvoeten. Daar moeten we naartoe. De regering heeft dat wel op plan liggen, maar dat raakt maar niet gerealiseerd. Mochten zij met de wisselmeerderheid werken, zou het Vlaams Belang daar de steun kunnen voor leveren.